© Annedien Hoen, 2006
--
Jij weet waarschijnlijk hoe de Aarde er uitziet. Toen je klein was wees je moeder naar een boek waar je het met eigen ogen kon aanschouwen. “Kijk, dit is de Aarde!”.
Het probleem is alleen dat dit de Aarde niet was maar
een plaatje van de Aarde. Tenzij je ooit nog eens in de positie zult zijn dat je met een ruimtevaartuig zo ver uit de buurt van deze planeet zult zijn dat je haar in één oogopslag kunt zien zal je het altijd moeten blijven doen met de representatie van de Aarde—zelfs als je
denkt dat je de Aarde gezien hebt.
Goed, iets anders dan. Ik heb een leuke opdracht voor je: maak zichtbaar dat je een relatie hebt met iemand. Maar dan niet doormiddel van een visitekaartje of adres in je agenda, niet door te zeggen: “Ik heb een relatie met die persoon”, niet door je vriendschap, loyaliteit of dankbaarheid te betuigen, niet door een transactieoverzicht te laten zien van de zaken die je met iemand gedaan hebt, niet door iemand om de hals te vliegen. Dat wordt lastig, toch? Je kunt naar iets wijzen en zeggen: “Kijk, dit is een relatie!”. Maar het woord is niet het ding. Het concept is niet het fenomeen en het model is niet de werkelijkheid. Het is een afspraak.
Door de theoretische en inzichtelijke benadering van ‘netwerken’ zijn veel mensen gaan geloven dat ‘het model’ ook ‘het ding’ is. Toegegeven; als ik iets probeer uit te leggen neem ik vaak mijn toevlucht tot een vervaarlijke zwarte stift en dan komt er zoiets uit:
Het maakt iets duidelijk maar het is geen netwerk. Het is
een plaatje van een netwerk. Sterker nog: het is de reproductie van een scan van een tekening van mijn perceptie van het model van een abstractie van het concept genaamd “netwerk”. Sociaal dier als we zijn raakten we op zeker moment gebiologeerd door onze onderlinge verhoudingen, de constellaties van relaties waarmee we onbewust of bewust werkten, de dynamiek die onze levens vorm geeft. Dat mag geen nieuws heten.
Nu komt het van alle kanten op ons af: de boodschap dat traditionele structuren niet meer volstaan en dat we naar een genetwerkte economie gaan. Naar een maatschappij die uit individuen bestaat en daardoor niet gemakkelijk meer te groeperen, rangschikken en beïnvloeden is. Informatie reist vele malen sneller. Kennis is voor distributie minder afhankelijk van trage en veel bottlenecks kennende routes. Er wordt meer uitgezonden en meer ontvangen. Dat komt grotendeels door wat het Internet mogelijk maakt. We duiden veranderingen en zijn nog altijd de overlevers van weleer. Wat gaan we doen met deze veranderingen, hoe gaan we deze begrijpen zodat ons bestaan niet in gevaar komt?
We zijn
settlers is een onbekende omgeving, vastberaden om onze reis de moeite waard te maken. We zijn bovendien opgewonden over de mogelijkheden die deze onrust ons biedt. We behoren van oudsher tot stammen en dat DNA laat zich niet verloochenen. Op hetzelfde moment lijkt dit van weinig waarde of invloed meer te zijn. Het mooie van de tijd waarin we leven is dat we geen genoegen hoeven te nemen met de stam waarin we geboren of opgegroeid zijn. We kunnen op zoek naar een
clan van onze gading en ons hiermee verbinden. Lijsten met contacten op online netwerksites zijn de nieuwe stamboeken. In het etherische domein van het Internet kunnen we nieuwe landen vormen, nieuwe naties, nieuwe religies, nieuwe bewegingen, nieuwe entiteiten, ongehinderd door fysieke beperkingen of geografische positie. In het onbegrensde kunnen we opnieuw creëren.
En ik dan? Als schrijfster van
artikelen over online netwerken, als oprichtster van het Eerste Nederlandse Weblog Over Netwerken, een reputatie als superconnector genietend, mensen op basis van een visie met elkaar
verbindend—hoe kom ik er bij om te zeggen dat netwerken niet bestaat?
Ik wil je graag een beetje op het verkeerde been zetten en afstand laten nemen van het gehypte aspect en oog krijgen voor het mensenwerk dat bij het netwerken komt kijken. Ik werd ook niet op een dag wakker en dacht:”Ik heb het! Ik word superconnector!”. Sterker nog, ik vond het erg gewoon om contact te leggen met mensen en er achter te komen wie ze zijn en waar ze gelukkig van worden, waar ze mee geholpen zijn, wat hun talenten en onzekerheden zijn. Als ik denk dat mensen samen een synergie zouden kunnen hebben verbind ik ze met elkaar. Omdat dat zo oprecht uit mezelf komt houd ik dat al jaren vol.
Er wordt echter een mythe gecreëerd rond het fenomeen. Netwerkers worden
rock stars en iedereen wil er bij in de buurt zijn. Natuurlijk zijn er mensen die daar van genieten (het zij ze gegund!), maar het is ook een valkuil. “Een groot netwerk” hangt als een soort aura om superconnectors heen. Het is een bron van mogelijkheden, een potentiële goudmijn, een poort naar realisatie van lang gekoesterde wensen, een binnendoorweg naar snel en efficiënt zaken doen met de juiste mensen, een altijd in beweging zijnde
tribe die vol opwindende verrassingen zit. Dat is prachtig.
Maar het besef dat er veel mensen zijn die het gevoel hebben dat ze gediskwalificeerd zijn voor de hedendaagse maatschappij “omdat ze niet kunnen netwerken” staat me tegen. Intermenselijk contact is van en vóór iedereen. Het gevaar voor superconnectors is bovendien dat de mensen in hun netwerk zich eerder een onderdeel van een collectie (ter meerdere glorie van de superconnector) gaan voelen dan een mens. Dat de waarde van je netwerk exponentieel toeneemt met elke nieuwe node wil dus ook zeggen dat die exponentieel afneemt als er één uit verdwijnt. Als mensen zich bewust worden van de macht die ze daarmee als onderdeel van een netwerk in handen hebben mag de
rock star netwerker wel uitkijken dat deze haar of zijn kansen niet verspeelt. Netwerkende mensen moeten denk ik altijd op hun hoede zijn voor parasieten; die buiten zichzelf en die in zichzelf.
Dat modelletje is dus geen netwerk en om ‘netwerker’ te worden hoef je geen bezweringen uit te spreken of stappenplan te volgen.
Of de beweging, de vriendschap, de synergie, de hulp, de euro’s, het plezier, de liefde, de groei, de informatie, de kennis, de innovatie, het helpen, de kansen, de verwondering, de communicatie, de echtheid, de teleurstelling, het leergeld, de verrassing, het vangnet en het plezier het netwerk dan wèl is? Voor mij wel.